Mijn vader

kwam ooit met een kantoorgrap thuis die ik onthouden heb. Het was een mop in een paar varianten. Het ging zo: de directeur kwam binnen: ‘Er zijn nog twintig flessen wijn…!’ ‘Hoera!’ zei iedereen. ‘…te betalen,’ zei de directeur. ‘Oh, nee toch!’, zei iedereen. Of zo: iemand zei: ‘De directeur is er…!’ ‘Hoera!’ zei iedereen. ‘…met de kas vandoor gegaan!’ werd eraan toegevoegd. ‘Oh, nee toch!’ zei iedereen.

De strekking was, maar dat hoef ik niet uit te leggen, dat het geluk snel kan omslaan en dat je nooit zeker weet of iets een voordeel of een nadeel is. Cruijff zei het ook al: ‘elk voordeel heb zijn nadeel’. Het doet een beetje denken aan dat Oosterse verhaal, meestal Chinees, over die boer die elke keer dat hij pech of geluk had, zei dat het niet uitmaakte. Knecht brak een been. Vervelend? Ja, misschien, zei de boer. Hoefde de knecht niet in dienst als soldaat. Fijn? Ja, misschien, zei de boer. Paard liep weg. Vervelend? Ja misschien, zei de boer. Paard kwam terug met merrie en veulens. Fijn? Ja, misschien, zei de boer. Want de boer wist: geluk kan altijd omslaan in iets anders en pech hoeft geen pech te zijn. Oude wijsheid dus.

Maar ook vandaag de dag is dat toe te passen. Ik vergat laatst een tas met inhoud in de bus. Pech. Ik deed navraag bij ‘gevonden voorwerpen’. Kreeg gisteren bericht dat ik de tas in Leidschendam kon komen halen. Fijn. Kwam ik vandaag na een uur reizen in Leidschendam, bleek het een misverstand. Tas waarschijnlijk in Hoofddorp. Pech.

Maar ik hoorde van een buschauffeur in de kantine in Leidschendam een prachtig verhaal (fijn) over iemand die op weg was naar een beslissende afspraak op het uitkeringskantoor, met zijn fiets viel (pech), in de ambulance liet afbellen maar niet geloofd werd (dubbel pech, want nu dreigde de uitkering te worden gestopt). Toen heeft de ambulance hem naar dat kantoor gereden, waar de betreffende ambtenaar alsnog inbond (fijn).

Moest ik weer helemaal terug naar huis. Pech. Kwam ik thuis, lag er een papieren brief van de busonderneming dat ik de tas in Haarlem kon ophalen. Fijn. Maar ik moest eerst bellen en dat kon pas morgen. Pech. Als ik daar morgen kom, ligt die tas er misschien. Fijn. Of niet. Pech. Of alles van waarde is eruit gestolen. Pech. Of er zit een extra leuk boek in dat ik nog niet heb gelezen. Fijn. Of een loterijbriefje. Fijn. Waar geen prijs op gaat vallen. Pech. Laat ik maar niet speculeren. Dingen zijn zoals ze zijn. Of zoals Claudius Civilis al zei: soms zit het mee en soms zit het tegen.

Sibbe Schoenmaker, medewerker
Geen pech